Vorige week was het daar dan ineens: het regeerakkoord van Rutte IV. Na een middag lezen wist ik eerlijk gezegd nog steeds niet precies wat ik er van moest maken.
Natuurlijk, we zijn blij dat er een kabinet is. Veel belangrijke onderwerpen vragen om richting. En die richting kwam er, namelijk een duidelijk keuze op het gebied van klimaat en milieu. Vanuit de industrie is overwegend positief gereageerd op de regeringsplannen. De industrie wordt nu duidelijk als oplossing gezien en dat vind ik een goede ontwikkeling. Er zijn heus nog wel wat vragen te stellen over bijvoorbeeld de concreetheid van de plannen en de bijbehorende budgetten of het ophogen van de CO2-heffing voor de industrie.
Die punten laat ik voor nu even voor wat ze zijn en ik ga me concentreren op hét middel waar veel van wordt verwacht: maatwerk. Dat klinkt uiterst sympathiek. Wie is er nou tegen maatwerk? Ik ben er zelf wat te zuinig voor, maar het schijnt dat maatwerkpakken veel lekkerder zitten dan pakken die je gewoon in de winkel uit het rek koopt. Maatwerk kost wel iets meer tijd. Eerst meten en dan een paar keer terug komen, maar dan heb je ook echt wat: een pak dat zit als gegoten.
Gelukkig gaat het hier om maatwerk voor de industrie, om CO2 te reduceren. Maatwerk per installatie moet het gaan worden dus. Die wens begrijp ik heel goed. Zeker bij de top 12 industriële uitstoters zijn de installaties en de samenhang ertussen vaak specifiek per fabriek. Oplossingen om te reduceren kunnen ook het beste in samenhang worden gevonden.
Het goede nieuws is dat we al heel veel weten. De regionale industriële reductiestrategieën zijn er en die zijn ook beoordeeld door het Planbureau voor de Leefomgeving. We weten dus grosso modo met welke technologieën die plannen gerealiseerd kunnen gaan worden en we weten ook ongeveer wat daar aan infrastructuur voor nodig is. Om in de kledingvergelijking te blijven: Het is niet dat we de eerste meetafspraak vandaag gaan inplannen.
Bovendien hebben we een redelijk goed werkend instrument: de SDE++ in combinatie met de CO2-heffing en de stijgende ETS-prijs. Voor veel technologieën geldt dat zij prima een plek kunnen vinden binnen de subsidieregeling voor duurzame energie SDE++. We moeten daarbij wel opletten dat er genoeg budget in de pot zit en dat sommige technieken niet structureel achter het net vissen. Maar als dat wordt opgelost, verwacht ik dat zo’n 70-80% van de industriële reductie via deze route kan worden bediend. Eigenlijk hetzelfde als een pak in de winkel kopen, want voor de meeste mensen voldoen de standaardmaten gewoon.
Toch blijft er een deel over waarvan ik verwacht dat je dat met maatwerk moet gaan realiseren. De SDE++ heeft naast de eerdere voordelen ook wat inherente nadelen namelijk. De SDE++ is een marktmechanisme en vooral geschikt voor concurrentie binnen een bepaalde technologie. De SDE++ vereist ook dat er verschillende projecten binnen een categorie zijn. Maar hoe gaan we daarmee om als je de enige staalfabriek in Nederland bent?
Dan is er nog het element van tijd. Om wezenlijk wat te bereiken is 2030 binnen de industrie echt wel morgen. De maatwerkaanpak zal eerst nog door Brussel geaccordeerd moeten worden en daarvoor is noodzakelijk dat helder is via welke regeling deze aanpak gerealiseerd zal gaan worden. En dat zal toch minimaal een jaar of wat duren en dan doen we het heel netjes. Soms ben je voor je Italiaanse maatpak afhankelijk van de lokale fabrikant van stoffen en zit er wat vertraging op de lijn.
Laat me helder zijn, ik ben een voorstander van maatwerk. Ik denk dat het voor sommige industriële partijen onontkoombaar is. Maar er is – terecht – grote haast en er zijn grote politieke verwachtingen van deze maatwerkaanpak. Er moet zo snel mogelijk werk worden gemaakt van die maatwerkaanpak, maar ik denk dat het ook goed is om in de tussentijd naar verbetering van het bestaande mechanisme van de SDE++ te kijken. De bedrijven zijn in de komende periode vooral op zoek naar zekerheid, waarmee ze de al geïdentificeerde projecten kunnen gaan realiseren.
Want als je morgen een pak nodig hebt, kan je dat maar beter gewoon online of, wanneer weer open, in de winkelstraat kopen.
Erik Klooster is directeur ViaEnergie
Meer weten? Neem contact op.
