Internationale speelveld
Petrochemische cluster
Raffinage

De Europese raffinagesector kiest verschillende routes om zijn toekomst veilig te stellen. Op het gebied van verduurzaming is met name de West-Europese industrie in beweging. Denk hierbij aan het uitkoppelen van warmte en elektriciteit, bijmengen van biobrandstoffen, en/of het integreren van hernieuwbaar opgewekte waterstof. Een raffinaderij ontwikkelt zich hiermee tot een completere conversiemachine die bijdraagt aan de energie economie van de toekomst. Deze en andere conclusies staan in een studie van het Clingendael International Energy Program (CIEP), die afgelopen juni werd gepubliceerd.

 

Michiel Nivard en Maurits Kreijkes, werkzaam als onderzoekers bij CIEP

Met de aanzet tot uitbreiding van het warmtenetwerk in de haven van Rotterdam geeft de Nederlandse raffinagesector een verdere invulling aan haar CO2-besparingsuitdaging. De uit te koppelen warmte is het nieuwste lid van de veelomvattende familie van producten afkomstig uit de raffinaderij. Nederlandse ingenieurs en andere mannetjes en/of vrouwtjesputters kunnen hier de handen ineen slaan om de organisatie op de vierkante meter optimaal te benutten en zo de energie- en koolstofefficiëntie te maximaliseren. Weliswaar behoort de integratie van secundaire energie stromen niet tot de kerntaken van de raffinaderij, maar op lokaal niveau is het gezamenlijke CO2-besparings potentieel aanzienlijk.

Uitzoomend naar het Europese niveau moet echter niet vergeten worden dat raffinaderijen opereren op een wereldmarkt. Dit internationale speelveld is de laatste jaren aan flinke verandering onderhevig. Met name Europa lijkt hier de gevolgen van te voelen: afvlakkende vraag naar olieproducten, overcapaciteit, en groeiende import van reeds geraffineerde producten drukken de lange termijn vooruitzichten voor de Europese sector. De Europese raffinage is sinds 2008 al 2 miljoen vaten per dag aan capaciteit kwijtgeraakt. Een volgende ronde aanpassingen zal moeilijker zijn, aangezien de mogelijkheden tot een ‘simpele sluiting’ uitgeput raken. Er zal dus uit een ander vaatje getapt moeten worden. De CIEP-studie laat zien dat Europese raffinaderijen verschillende routes bewandelen op weg naar de middenlange termijn.

Het Rotterdamse cluster is bij uitstek onderdeel van de wereldmarkt. Dit is te zien aan de diverse pijpleidingen naar Zeeland, Limburg, Antwerpen en Duitsland. Dit faciliteert een constante aan-, af-, en doorvoer van olie(producten) naar de gehele wereld. Deze strategische positie aan de Noordzee vormt zowel een kans als een bedreiging: handelsmogelijkheden kunnen stimuleren maar ook concurrerend zijn voor productie op eigen bodem. Recente (en toekomstige) investeringen in opwerkingscapaciteit en petrochemische integratie laten zien dat de Nederlandse raffinagesector kiest om de internationale concurrentie voor de lange termijn aan te gaan.

Raffinage-activiteiten landinwaarts langs de Rijn-Donau-lijn zijn echter minder gevoelig voor de grillen van de wereldmarkt. De afwezigheid van gemakkelijke invoermogelijkheden van concurrerende olieproducten creëert een beschermde afzetmarkt, waarvan lokale raffinaderijen op de lange termijn optimaal kunnen profiteren. De noodzaak tot investeren om energie- en koolstofefficiëntie te verhogen, lijkt daarmee locatiegebonden en is dus niet gelijk over Europa.

De vraag naar olieproducten zal ondanks de eerder genoemde afvlakking niet wegvallen waardoor veel van de bestaande olieverwerkingscapaciteit van strategisch belang blijft. Gezien de (directe) bemoeienis van enkele Europese overheden met hun nationale raffinagesector, is volledige afhankelijkheid van de wereldwijde olieproductmarkten nog een brug te ver. Strategisch aangemerkte raffinaderijen hebben hiermee een beschermde positie naar de toekomst toe.

Kortom, verschillende concurrentieniveaus zorgen voor asymmetrische ontwikkelingen in de Europese raffinage-industrie. Niet overal ligt de op de Europese consument azende internationale concurrentie met olieproducttankers voor de kust. De toekomstbestendigheid kan via extra diepteinvesteringen, beschermde markt, en/of strategische status worden geborgd. Voor Rotterdam zal de uitdaging zijn om in een krimpende Europese thuismarkt investeringen te blijven aantrekken om de internationale concurrerentiepositie te versterken én de productie schoner te maken. De ingenieuze  jongens en meisjes in de raffinagesector zullen daarom vraagstukken in twee dimensies moeten beantwoorden: zowel binnen áls buiten de raffinaderij.

 

Meer weten? Neem contact op.

VEMOBIN Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte
van de ontwikkelingen

Meld je aan voor onze nieuwsbrief