Na tien jaar is de kogel door de kerk: er komt een verbod op varend ontgassen voor de binnenvaart. Vanaf 1 juli volgend jaar mogen tankschepen de resten en dampen van een aantal gevaarlijke stoffen niet meer in de buitenlucht blazen. Minister Mark Harbers van Infrastructuur & Waterstaat is blij met het resultaat. “Om dit in alle landen geratificeerd te krijgen, is best een slepend proces geworden”, aldus de bewindsman in een interview met de VEMOBIN Nieuwsbrief.

Bij varend ontgassen blaast een tanker de restdampen van olieproducten of andere chemische stoffen in het ruim en de leidingen met ventilatoren naar buiten, zodat er een nieuwe lading in het schip kan. Deze dampen zijn vaak giftig en schadelijk voor de bemanning, omwonenden en de natuur. In afwachting van een internationaal verbod kondigde minister Harbers onlangs aan dat Nederland per 1 juli 2024 een verbod invoert voor fase 1 en 2, waaronder zeven giftige stoffen vallen. Fase 3 volgt enkele jaren later.

Lange geschiedenis

Al in 2013 gingen in Nederland stemmen op om varend ontgassen voor de binnenvaart te verbieden. Maar om dit internationaal op een goede manier te regelen, bleek een zaak van de lange adem. Niet voor niets noemde minister Harbers het ‘een van de taaiste dossiers van Den Haag’. “Het dossier kent een lange geschiedenis. In Nederland is iedereen het er wel over eens dat we aan varend ontgassen een einde moeten maken. Het is een zorg die van links tot rechts wordt gedeeld – in een dichtbevolkt land als Nederland speelt dan wellicht meer dan in een aantal van de buurlanden. Maar het is wel van belang om dit internationaal te regelen. De verdragswijziging hadden we al een aantal jaar op zak. Maar om dit in alle landen geratificeerd te krijgen, is best een slepend proces geworden.”

Stroomversnelling

Aanvankelijk wilde Harbers met het verbod wachten op de invoering van het Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en binnenvaart (CDNI). Maar omdat nu ook de laatste landen – Frankrijk en Zwitserland – de ratificatieprocedure aan het afronden zijn, besloot hij door te pakken. “We hadden in Nederland alle wetgeving allang klaarliggen. Het enige wat daar nog ingevuld moest worden, was de datum van inwerkingtreding. Maar ik hecht eraan om het wel binnen de spelregels van dat verdrag te doen, dan weet de binnenschipper het beste waar hij aan toe is. Nu Frankrijk in een stroomversnelling is gekomen en Zwitserland alles op de rit heeft staan, kunnen we het laatste besluit nemen. Nu heeft de sector nog een jaar de tijd om zich voor te bereiden. Op 1 juli volgend jaar gaat het verbod in en op 2 juli komt de ILT langs om te handhaven.”

Alle acties op een rij

In fase 1 gaat het om stoffen zoals benzine, benzeen en mengsels met meer dan 10 procent ethanol. Fase 2 betreft het ontgassen van stoffen als ruwe aardolie, ontvlambare vloeistoffen en koolwaterstoffen met meer dan 10 procent benzeen. In totaal gaat het om circa 3.300 ontgassingen per jaar voor fase 1 en 2, aldus een rapport van Haskoning uit 2016. Belangrijk is dat er nu voldoende ontgassingsinstallaties komen waar tankers op een verantwoorde manier kunnen ontgassen.

Harbers: “Daarover zitten we nu met alle partijen – overheden, omgevingsdiensten, havenbedrijven en het bedrijfsleven – om tafel. Want het mag niet zo zijn dat er in de havens ‘nee’ verkocht wordt als er iemand aanklopt die een stuk kade nodig heeft om een ontgassingsinstallatie te bouwen. Die infrastructuur moet op orde zijn. Alle eventuele hobbels op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving moeten worden weggenomen. Vóór de zomervakantie komen we met alle betrokken partijen met een Road Map waarin alle acties op een rij staan om ervoor te zorgen dat het allemaal klaar is.”

Rekening

De reden waarom ervoor gekozen is om het verbod voor fase 3 – die geldt voor stoffen als aceton, ethanol en methanol – pas over enkele jaren in te voeren, had wederom te maken met internationale afspraken. Harbers: “We vonden het belangrijk om fase 1 en 2 tegelijk in te voeren. Daardoor is de businesscase van een ontgassingsinstallatie beter rond te krijgen. Heel belangrijk is dat de rekening niet bij de schipper komt te liggen, maar verdeeld wordt over de gehele keten. Maar om direct fase 3 in te voeren, is een brug te ver. Dan gaan we voorbij aan het verdrag en vinden we weer allerlei andere lidstaten op ons pad. Maar ik zou het wel toejuichen dat exploitanten hun installatie alvast voor fase 3 geschikt maken, want die komt er echt aan.”

Meer weten? Neem contact op.

VEMOBIN Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte
van de ontwikkelingen

Meld je aan voor onze nieuwsbrief