De afgelopen periode verschenen in de media opvallende berichten. Of liever gezegd, er verschenen opvallende reacties op het interview met topman Berdowski van Boskalis in het FD van 2 januari. De reacties op het interview onderstreepten – op een werkelijk voortreffelijke manier – de conclusie van een ander onderzoek dat recent naar buiten kwam. Namelijk, dat een onderwerp als klimaat kan polariseren. En ja, ik begrijp dat het hier eigenlijk om beleid van maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat, maar de overeenkomsten met het onderwerp klimaat zijn legio.
Als door een wesp gestoken buitelden verschillende NGO’s over elkaar heen om te reageren op het interview, waarin Berdowski zich durfde uit te spreken over zijn zorg met betrekking tot het ondernemersklimaat in ons land. In snedige oneliners (‘Boskalis zit vast in eigen bagger’) werden al zijn punten linea recta bij het grof vuil gegooid. Een beter voorbeeld zouden de onderzoekers van het eerder aangehaalde onderzoek over polarisatie zich niet kunnen wensen.
Ik begrijp de frustratie van de NGO’s wel.
Heel lang hebben zij geprobeerd het onderwerp op de agenda van politiek en bedrijfsleven te krijgen en heel lang is er weinig mee gedaan. Soms werd wellicht een gewillig oor geboden, maar veel actie leverde dit niet op. En er zijn weinig argumenten die de boel zo lekker in de hens kunnen zetten als het ‘op deze manier gaan wij uit Nederland weg’-argument. In het verleden vaak gebruikt, met als resultaat dat er weinig actie is ondernomen. Althans, dat is het beeld.
Ik begrijp dan ook dat de gang naar de rechter voor menig NGO voelt als een vorm van genoegdoening. Want: ‘We hebben het lang genoeg pratend geprobeerd.’ Maar ik denk dat in deze gedachtegang risico’s schuilen.
Het risico op een open norm, vastgesteld door de rechter, hebben wij bij het klimaatbeleid namelijk al gezien. Tot op heden heeft nog niemand mij kunnen uitleggen wat de ‘zwaarwegende inspanningsverplichting’ is die Shell heeft opgelegd gekregen voor haar scope 3-emissies. Of waarom een olie- en gasbedrijf, een -45% eis krijgt opgelegd in 2030, terwijl voor olie en gas andere reductiepercentages zouden moeten volgen uit de IPCC-scenario’s.
Een ander risico is dat de politiek het negatieve narratief overneemt van verschillende NGO’s. Ook dat zie ik bij klimaat. Met enige verbazing heb ik het recent gepubliceerde vijfpuntenplan voor de industrie van D66 gelezen. Nog los van de negatieve toonzetting en het weglaten van essentiële context zoals Europees beleid, lees ik niets over de kansen die hier liggen voor de Nederlandse industrie. Of ook maar iets over de praktische hobbels waar zo veel bedrijven momenteel tegen aanlopen als zij met projecten aan de slag gaan.
Het grootste risico is echter dat we door de polarisatie geen steek verder komen. Met lede ogen heb ik de juichende reacties bekeken op de uitspraak over Porthos. Carbon Capture & Storage (CCS) is goed voor ongeveer de helft van de totale opgave aan CO2-reductie voor de industrie. 10 Mton van 20 Mton moet van CCS komen; werkelijk iedere analyse laat dit zien. Vertraging is daarom gewoonweg doodzonde.
Ik denk dan ook dat bestuursvoorzitter Berdowski van Boskalis een aantal terechte punten heeft. Ik zou ze nooit zo hebben durven te brengen – uit angst voor de ‘pek en veren-aanpak’ die dan wacht.
Maar het verbaast mij wel dat er op geen van zijn punten echt wordt ingegaan. Met de hand op het hart kan ik zeggen dat wij hier op het VEMOBIN-bureau om het hardst voor de onderwerpen wedijveren die de verandering in gang zetten. Of dat voldoende is, mogen andere mensen beoordelen, maar ik zie om mij heen in de industrie veel gelijkgestemden. Gelukkig maar.
En dát is misschien wel het grootste verschil met Boskalis. Nee, wij gaan niet weg. En ik ga er ook niet mee dreigen. Er zijn veel kansen in Nederland voor de industrie. Dat kan overigens alleen als we dat samen met andere partijen doen. Daar zetten we ons voor in en dat blijven we doen. Hopelijk met een brede coalitie van andere partijen.
Meer weten? Neem contact op.
