Met het klimaatakkoord naar een koolstofneutrale industrie
In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt om de nationale doelstelling van 49 procent CO2-reductie in 2030 te bereiken. De industrie heeft een CO2-reductieopgave van 55 procent in 2030, waarvan is afgesproken dat die zal worden afgedwongen in samenspel van een nationale CO2 heffing en onrendabele top financiering.
De maatregelen uit het akkoord zullen bedrijven moeten verleiden om in Nederland te starten met investeren in verduurzaming in plaats van elders in conventionele productietechnieken. De directe kosten voor de benodigde CO2 reducerende investeringen tellen op tot twee miljard euro per jaar volgens het PBL. Bij de inrichting van de CO2-heffing, energiebelastingen en stimuleringsfondsen dient het belang van de investeringskansen voor bedrijven te worden meegewogen.
De VEMOBIN is van mening dat de CO2 heffing een hardheidsclausule moeten bevatten: waar bedrijven geen reductiemaatregelen hebben de heffing niet van toepassing zou moeten zijn. De beprijzing moet echt gericht zijn op vermijdbare uitstoot. Dit is in het geval dat er geen reductietechnologieën voorhanden zijn of geen infrastructuur beschikbaar is. In dergelijke gevallen leidt een heffing namelijk niet tot CO2-reductie, maar enkel tot lastenverzwaring. Indien de heffing leidt tot inkomsten, moeten die middelen worden ingezet om de reductieprojecten binnen de industrie te realiseren.
Lees hier VEMOBIN’s standpunt over de CO2-heffing.
Meer weten? Neem contact op.

Marnix Koopmans
Lees ook
De brief aan de informateur
Regeerakkoord 2021
Duurzaam industriebeleid
Via duurzame industriepolitiek kan Nederland bijdragen aan de mondiale klimaatopgave én haar eigen verdienvermogen vergroten. De brief beschrijft wat er volgens de VEMOBIN nodig is in het Nederlandse regeerakkoord van 2021 zodat deze transitie slaagt.
Naar de brief